Luchtbemonstering 

Metingen van vezelconcentraties in de lucht met behulp van fasecontrastmicroscopie volgens de norm NBN T96-102 moeten worden uitgevoerd tijdens alle verwijderings-, herstel- of onderhoudswerkzaamheden aan asbesthoudende materialen.

Het doel van deze methode is ervoor te zorgen dat de concentratie vezels in de lucht de wettelijke vereisten voor blootstelling aan asbestvezels niet overschrijdt (de maximale blootstellingsconcentratie is momenteel vastgesteld op 100.000 vezels/m³ of 0,1 f/ml) - zie BIJLAGE VI.1-1 van de Codex Welzijn op werkplaat boek VI, titel 1.

Asbestverwijderingswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd met drie soorten technieken, zoals gedefinieerd in de Codex Welzijn:

                            - Eenvoudige handelingen

                            - Couveusezak-methode                                                       

                            - Hermetisch afgesloten zone.

Metingen kunnen ook worden gepland in het kader van de regelgeving voor de bescherming van de gezondheid van werknemers of voor de beoordeling van de risico's van blootstelling van werknemers aan asbestvezels door het SIPPT van een bedrijf, zelfs buiten het kader van de verwijdering van asbesthoudende materialen.

De analyse van de blootstellingsrisico's moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van boek VI, titel 3, hoofdstuk V van de Code du Bien-Être au travail.

Naast het monitoren van de blootstelling van werknemers nemen we ook luchtmonsters als onderdeel van elektronische metingen. Hiermee kan exact worden bepaald welke vezels in de lucht aanwezig zijn. Deze techniek wordt gebruikt om asbestvezelconcentraties te bepalen buiten het toepassingsgebied van de norm NBN T96-102, die gebaseerd is op optische microscopie.

Fig: Fasecontrast microscoop -filter toont asbestvezels